Het glas intrigeerde me

Het brekende glas intrigeerde me..
Ik negeerde even de drang om de badkamer te benuttigen en wandelde naar mn raam om te kijken wat de oorzaak van mijn verstoorde rust was. De straat leek rustig als altijd, daar ik in een zeer kalme buurt woon, maar werd enigzinds ontsierd door de waaier van glas die de stenen tooide als een goochelaars hoed op een obesiteuze overjaarse hoer. Een surrealistische prent waar Dali zn penseel niet aan zou willen starten hoor ik sceptici repliceren? If Only..!
In de zomer van 96 sloeg het noodlot toe op een camping in de Kempen. Een van de weinige naaktcampings die in ons achter geraakte belgenland te bespeuren viel toendertijds. Een situatie die heden ten dage niet meer van toepassing is, maar daar later meer over! Die ongelukkige zomer bracht ik het weekend door op die camping met een toendertijdse kennis, René. René was een van die mensen die nooit enige vorm van lichamelijke emancipatie zou kennen en daarom zijn (naar moeders normen) schrale lijf dwangmatig tentoon spreidde op de camping - ja, dames en heren - van zijn moeder! Een kranig doch oud besje met een aanleg voor entertainment in de vorm van cabaret en van camping houden. René had als enige vorm van talent de cabaret neiging van moeder lief geërfd en entertainde dan ook toendertijds wekelijks het naakte collectief dat zich als klant van "De Bronstige Zeug" beschouwde. Vanwaar de ongelukkige naam van de camping kwam is me nog steeds een raadsel, maar het zal naast René's obligatoire optredens geen factor geweest zijn in - maar eerder gebrek aan - het succes van de camping. Het hele cabaret gedoe en verhaal brengt ons nattuurlijk terug op de avond waar René beslistte zijn genre nog meer te verkrachten door een kolderiek magiespektakel voor te bereiden. De hele avond bleek een grote flop, met de ene flater na de andere tot uiteindelijk het publiek met een zucht van opluchting het einde van de vernedering concludeerde en snel de zaal verliet. De moedige ziel die even applaus poogde te geven werd al snel door kwade blikken in zn initiatief gesmoord. Kwaad & angstig om de mogelijke wederkeer van René als dusdanig te bewerkstelligen voor een paar bij cabaret zeer ongebruikelijke encore rondes. Na de licht geflopte premiere had ik een teneergeslagen René verwacht maar niets bleek minder waar. Het was de eerste keer dat ik René's repertiore mocht aanschouwen (tot mijn grote geluk) en ik had zijn eerdere werk duidelijk verkeerd ingeschat.Rene straalde van misplaatst geluk en besloot dan ook dat het een avond was om niet te vergeten. Hij snelde naar de telefoon en ..

Wat een degoutant verhaal al bij al! Had ik nog zin gehad deze herinnering tot in het degoutante verder op te halen dan zou ik vertellen hoe hij besloot het hele euvel te vieren door zn maagdelijkheid op te offeren aan een vierderangshoer, hoe die bezet bleek en een vijfderangshoer op stuurde. Die dan de hele nacht de camping op gekrijs trakteerde van een zesderangsvarken dat geslacht wordt door een sadist met een fetish voor anale ellectrocutie. Het staat nattuurlijk als een paal boven water dat de teef het goochelaspect van René's cabaret "leuk" vond en hem dan ook met zn goochelaarshoed bereed. Ik zou ook vertellen dat het beeld van de glovende haren met eronder de vibrerende vetrollen me nog veel te lang tijdens nachtmerries het zal geestensoog bevuilen, want nattuurlijk had het koppel niet de finesse hun escapades achter gesloten deuren uit te voeren! De smakeloze trouwpartij, dagelijkse shows en overname van de camping hebben trouwens tot de dood van het besje en failissement van de camping geleid. Bij deze is dan weer bewezen dat het inschattingsvermogen der mensen de realiteit niet aan kan en als dusdanig het surrealisme en genieën als Dali onmogelijk kan inschatten.

De waaier glas lag naar buiten wat betekende dat een projectiel aan de binnenkant verantwoordelijk was voor het verstoren van de idylische sfeer. Ik knipte het raam open in de hoop de verantwoordelijke voor deze glasbreuk enkele welgekozen woorden omtrent zijn persoon naar de kanis te slingeren. Het uit het raam rekken bleek een pijnlijke oefening die er alleen maar onaangenamer op werd toen ik een glimps op ving die mn adem deed stokken.. Ik dacht in het vallen van de scherven het cijfer 87 te bespeuren en de gebroken neus van Ramon uit het nieuwgevormde gat te zien zitten? Na even knipperen met mn ogen bleek echter dat de scherven willekeurig verspreid lagen en het gat leeg was van elke menselijk aanwezigheid.
Doch besloot ik me even op straat te wagen om zeker te zijn!

de nachtelijke sferen der ongeroerde geest

De koffer bleek leeg op wat vuilnis na. Dat ging ik heus niet doorzoeken. Die Annick was duidelijk niet het meest nette meisjes. Zo zijn ze wel vaker. Gelukkig leek Lara dat probleem niet te hebben. Of ze kon het goed verstoppen. Beiden goede kwaliteiten oordeelde ik, en sloot de koffer. Ja, het was echt rustig op de baan, zoveel kon gezegd worden. Ik stak een sigaret op en stapte terug in de auto. Wat moest ik nu eigenlijk met die auto? De fles Elixir lag uitnodigend op de zetel naast me. Spijtig dat ik niet tegen die vuile smaak kon want een drankje kon ik best wel gebruiken. Ik besloot de auto te dumpen en de weg naar huis verder te stappen. Het portier sloot met een harde klap. Dat heb ik nu altijd met autodeuren: ik sla ze veel te hard toe. Niet dat het vaak gebeurt dat ik een portier sluit, want in een auto zitten doe ik zelden, maar des te meer valt het mij op hoe slecht ik ermee omga. Neen, auto's en ikzelf waren niet meteen de beste combinatie, zoveel kon gezegd. Ook moest je tegenwoordig een rijbewijs hebben. Dat had ik altijd als een enorme tegenvaller ervaren. Zo'n rijbewijs had ik niet en als je nu denkt dat het mij dwars zit ben je fout. Mijn leven is me wel nog iets meer waard. Ik zou geen slachtoffer worden van een overstekend hert of een idiote bezopen hufter. Dat was ook al één van de redenen dat ik nooit bij de scouts ben geweest, maar dat doet er nu niet toe. Auto's zijn gevaarlijk en alleen idioten gebruiken het al te regelmatig. Waarschijnlijk is de kans om de Lotto te winnen kleiner dan dat je verongelukt met een auto. Daar was ik vrij zeker van maar zoals ik al zei hou ik niet zo van wiskunde en al te stellig over kansen redeneren was bijgevolg niet aan mij besteed.
Ondertussen was ik in het stadscentrum gekomen. Datzelfde belfort dat voordien nog de duisternis tartte stond nu pal voor mij, in al zijn glorie. Ik hield halt. Dit was zeker een bouwwerk om te aanschouwen. Dat deed ik dan ook voor enkele seconden. Die aanschouwbaarheid had ik duidelijk overschat. Neen, het mooiste belfort van het land kon je dit niet noemen. Sommigen zouden het wel doen, maar dat zegt meer over hen dan over het belfort. Was het hier nu kouder dan daarnet aan de stadsrand? Ik weet het niet, bij gebrek aan een temperatuurmeter. Ik zou desalniettemin durven stellen dat het zo was. Ik keek rond me. Daar was niemand te zien en zelfs achter me ook niet. Geen enkel café was nog open. Niet dat ik er veel aan zou hebben moesten ze wel nog open zijn: wie uit het ziekenhuis ontsnapt heeft maar zelden geld op zak. Ik stak nog een sigaret op en ging even zitten op de rand van de stoep. Zouden ze hier ook zo gezeten hebben, honderden jaren geleden, toen het belfort nog nieuw was? Toen was er ongetwijfeld nog geen stoeprand, maar misschien wel andere objecten die zich lenen tot het neerzitten. Even beelde ik me in dat ik een stadswacht was in het jaar 1213, zijn pauze nemend gezeten op een bank alwaar ik nu op de stoep zat. Voor zich een heus bouwwerk dat de grenzen der logica van die tijd tartte. 'Wat een saaie bedoening moet dat geweest zijn' fluisterde ik, sigarettenrook uitblazend. Ik staarde even naar mijn half opgerookte sigaret. Die smeet ik weg en stond recht. Er waren wel interessantere dingen te doen dan anderen hun leven overpeinzen. Het duurde niet lang voor ik een nieuwe sigaret op stak. Hooguit enkele minuten. Het pakje stak ik nu noodgedwongen in de zak van die achterlijke badjas. Al goed dat er haast niemand op straat liep. Had die mij gezien met mijn leren vest en nu in die bekakte peignoir, er zou wat gelachen worden. Nu moet je je niet vergissen, ondanks mijn conditie zou de klojo die dan zou lachen het niet voort vertellen, maar toch. Het idee dat ie niet meteen beter zou weten stemde me allesbehalve vreugdig.
Ik kwam bij mijn voordeur aan. Shit. Ik had me niet eerder gerealiseerd dat ik geen sleutels heb. Die zaten, zoals altijd, in mijn jaszak, en die jas was nu dus gestolen. Ik beukte enkele malen op de deur met men schouder. Dat werkte niet te best. Hield ik mezelf in? Misschien wel. Ik besloot harder te beuken en de deur vloog open. Ik stapte binnen en stak het licht aan. Alles was nog zoals het altijd al is geweest. Post lag er niet op de vloer want die kwam niet vaak. Er zijn maar weinig mensen met wie ik correspendeer en dat is maar goed ook. In deze moderne tijd is een bezigheid als brieven schrijven niet iets wat ik als intelligent zou aanschouwen. Des te meer waren er maar weinig mensen wiens schrijfwerk me zou kunnen boeien. Rekeningen vond ik wel al eens maar ook weer niet zo vaak want ik heb een weinig verbruikte diensten. Een goede consument hadden ze niet aan mij maar ik betaalde hen wel altijd op tijd. Heb ik veel geld vraag je je dan af? Dat zou je kunnen zeggen. Vanwaar heb ik het gehaald? Wie kan het wat schelen. Het was er en werd nuttig gebruikt. Ik steeg de trap op en opende de deur tot de living. Die was kil. Ik draaide de chauffage open en stapte op de bar af. Daar stond een reeds eerder geopende fles Absolut klaar. Zou ik me aan een Absinthe wagen? Ik greep de fles Absinthe van mijn drankrek. Dat was eigenlijk gewoon een gat in de muur. Een open, ingebouwd kastje zou je kunnen stellen. Daar hield ik wel van, met zijn hobellige, bepleisterde wanden. Ooit was dit een schouw geweest. Die had ik laten weghalen door één of andere Pool. Hij had er het ingewerkte rek van gemaakt, met op heuphoogte een uitstekend metalen tablet om mijn cocktails op te bereiden. Een geslaagde operatie was dat geweest. Zelfs de Pool had het een succes gevonden en we hebben toen samen nog enkele Absolut's gedronken. Dat bleek ie goed te kunnen, niet dat dat me verbaasde. Ondertussen druppelde ijskoud water over het suikerblokje van mijn Absinthe. Hoe ik dat deed? Met een prachtige Absinthe-set die ik ooit had gekocht van Furio. Smaak had ie wel, dat moest gezegd, want ik had zelfs niet meteen kunnen besluiten welke te kiezen. Eventjes stond ik zelfs op het punt er twee te kopen, maar dat gunde ik die klojo niet. Maar goed, het setje dat ik nu had leek zeer authentiek met een echte 19e eeuwse uitstraling. In het bijzonder vond ik de lepel zeer geslaagd. Die had erg veel klasse met zijn duidelijke art nouveau-afwerking. De Absinthe veranderde in een geanticipeerde, prachtige groene gloed. Ik stak een sigaret op en besloot een cd op te leggen. Welke zou ik kiezen? Een terugkomst thuis kan niet met zomaar eender welke muziek. Nu waren al mijn cd's echter uitstekend dus koos ik er maar lukraak één. Dat bleek Thelonius Monk te zijn, begeleid door Art Blakey en zijn Jazz Messengers. Een goede keuze, al had die Blakey de laatste keer ook al opgestaan. Daar besloot ik me op het moment weinig van aan te trekken en wendde me tot mijn Absinthe. Die was klaar en wel zeer geslaagd van kleur.
Ik liet me zakken in mijn zetel en genoot van een eerste slok groene fee. Wonderlijk. Mijn hand tastte op het bijzettafeltje naar mijn pakje sigaretten. Ik zou nog veel voor de boeg hebben de komende weken, zoveel was zeker. Op dit moment leek Lara terugzien echter het enige van belang. De achterlijke badjas begon me ondertussen mateloos te irriteren en ik trok hem dan ook uit. Aldus zat ik half naakt in mijn confortabele zetel, slechts af en toe nippend van mijn drankje. Lara zou zich ongetwijfeld reeds vele vragen gesteld hebben. Waarom interesseerde het mij eigenlijk? Op straat hoorde ik het geluid van brekend glas. Ik diende me maar eens stilaan een bad te gaan nemen indien ik haar snel wou terugzien.

Op de nachtelijke weg...

Hmmh .. het belfort .. zo zijn er niet veel. Ik had alle tijd zonder dat jankend stuk verpleegster om even tot mezelf te komen. Wat is het toch met die kutwereld, ik ben waarschijnlijk de enige niet irritante mens da op deze aardkloot rondloopt. Buiten Lara dan - meestal.. Het belfort stond noch steeds even ver afgetekend aan de donkere hemel. Waar was ik eigenlijk..niet dat me dat kon schelen, maar het was natuurlijk een niet verwaarloosbaar en nuttig gegeven als ik door dit kutland met veel te veel asfalt en wegomleidingen naar Lara moest rijden. Ik stak een sigaret op. Weinig volk op de baan, dat was een meevaller. Geen lompe vrachtwagens die in de weg komen rijden met een hoop half verstikte chinezen in de laadbak. Oh ja, 87 .. dat nummer .. dat klotenummer. Wat was er ook allemaal weer gebeurd? Ramon! Jah die lul, daarmee was het begonnen, welja 10 jaar geleden liep het al mis toen ik die nitwit ontmoette. Ramon en 87, Ramon lachend in zijn bed, wakker worden zonder mijn lul op een bank in het park. Fuck.. maar ik was gerust, ik kom namelijk altijd te weten wat ik wil weten. Ondertussen was ik alweer op de juiste weg naar mijn appartement. Moest ik bij de scouts gezeten hebben was ik de beste kaartlezer geweest, maar dat was een bewuste keuze om niet bij een hoopje pummels aan een kampvuur te gaan zitten, nee, in mijn jeugd interesseerde ik mij aan andere dingen. De lichten op de autosnelweg waren al uit, best, want die fucking gele lichten heb ik altijd al irritant gevonden. Ik kreeg dorst, zou er hier in de rotbak ergens drank liggen..aan al het gemors te zien van Annick's lompe vrienden werd hier wel regelmatig gedronken. Ik besloot me effe op de pechstrook te zetten, ik moest trouwens toch effe pissen. Nadat ik de bomen bemest had nam ik de tijd om de auto eens uit te kammen naar interessante dingen. Het enige wat ik vond was een fles elixir d'anvers onder de zetel, bah voze wijvendrank. Had die Annick nog slechte smaak ook, ik had er geen spijt van dat haar schedel had ingeslaan. Misschien dat er in de koffer nog iets lag. Toen ik achter de auto stond om de koffer open te maken viel er me iets op .. "IAM-487" .. I am for 87 .. wat deed die klote-87 op die nummerplaat. Misschien had dat kutwijf mij meer kunnen vertellen als ze niet doodgebloed was. Wat verbeelde ik me, ze zou toch alleen maar janken en ik zou haar sowieso de schedel inslaan. Ook ik heb mn grenzen. Nu, waarom stond er een 87 op die nummerplaat. Gewoon toeval of niet? Ik besloot de koffer open te doen...